Meer en meer mensen beginnen te begrijpen dat het beste resultaat met
kuddebewakingshonden (KBH) wordt behaald door het houden van een roedel goede
KBH op de goede manier. In mijn artikel “De roedel zal volharden” had ik het
over specifieke details als je het hebt over hiërarchie, verschil in leeftijd,
de relatie tussen de soorten hond/mens en reportages uit het dagelijkse leven
van drie herders die werken met roedels Roemeens Karpatische herdershonden
(Ciobănesc Românesc Carpatin). Maar nu stel ik mezelf steeds vaker de
vraag als ik andere artikelen lees en als ik video’s en foto’s bekijk; Is jouw
roedel werkelijk een roedel?
De roedel:
samenwerking tussen verschillende individuen (hondachtigen) met het gezamelijke
doel om de kansen op overleven te vergroten.
Er zijn veel verschillende roedels, niet een is hetzelfde. Er is geen
kant en klare classificatie voor roedels van hondachtigen, zelfs niet als ze
van dezelfde soort zijn (wolf, jakhals, hond, etc.). Mensen willen alles graag
in hokjes stoppen, ondersteund door een universele gebruikershandleiding, maar
deze eigenschap blokkeert de werkelijke wetenschap- en ervaringsontwikkeling
als het op KBH aan komt.
Als iemand meerdere honden heeft wordt dit al gauw een ‘roedel’ genoemd.
Wij hebben 6 honden thuis, die het samen goed kunnen vinden, maar enkel 5 van
hen zijn (aan het ontwikkelen tot) een roedel. Deze 5 zijn de Carpatins; een
volwassen reu, zijn zus, een jong volwassen teef, een jonge reu en een teefje
van enkel 8 maanden. De volwassen reu en teef leren de jongeren alles wat ze
weten en ze vormen hen tot waardige roedelleden. Een stel honden dat bij elkaar
leeft, die onderling wel communiceren en elkaar tolereren, is nog niet
automatisch een roedel. Feitelijk is de titel “roedel” veel te hoog gegrepen
voor de meeste situaties met honden.
Een roedel werkt intensief samen om hun doelen te bereiken en
onderhouden. In het geval van KBH is dat een dreiging-vrij en stabiel
territorium, waarvan de grootte en de grenzen bekend zijn bij de KBH, en in
welk hun vee, roedelleden en mensen veilig zijn. Hiervoor moeten ze écht
samenwerken. Dit is geen spel. Er zijn altijd risico’s aanwezig. Elke
(individuele) fout kan tot grote problemen leiden en zelfs tot verwonding of de
dood van vee of roedelleden. Goede volwassen, ervaren, zelfverzekerde en
stabiele honden met leidende capaciteiten zijn van levensbelang in een KBH roedel. Te veel hoog geplaatste,
of dominante individuen met dezelfde leeftijd en kracht zijn niet gewenst. Gewenst is langdurige stabiliteit, dus een
tactische leeftijd- en geslachtsopbouw. Er zijn verschillende manieren, en
publicaties, over hoe een goede KBH roedel te starten en te onderhouden, hoewel
ik naar de originele vraag terug wil: Is jouw (KBH) roedel wel echt een roedel?
In de Roemeense Karpaten (Transilvanië) hebben ‘we’ de hoogste cijfers
aan vrij grazende schaapskuddes, met herder en KBH, van Europa (waarschijnlijk
zelfs de hoogste cijfers in de wereld) in roofdiergebied. Roemenië heeft de
hoogste wolvenaantallen en -dichtheid van Europa en de hoogste dichtheid aan
bruine beren van de wereld. KBH die niet goed zijn, of die geen goede roedel
hebben, hebben hier een kort leven. Wilde Natuur rekent af met gebrek aan goede
KBH kwaliteiten. Mijn voorbeelden zijn
natuurlijk Carpatins, omdat dit het KBH ras is waarmee ik zelf werk en het is
het ras waarvan ik ben overtuigd. Ik ga hier geen verschillende rassen
vergelijken, maar ik heb veel verschillende werkende KBH rassen en –mixen
gezien.
In dit vijandig gebied floreren en overleven alleen de besten. Als de
Carpatins op weg zijn met hun herder en de grazende kudde, zie je ze vaak op
het eerste gezicht niet en je zult zeker nooit de hele roedel op één plek samen
zien of zelfs bij de kudde. De individuen verdelen zich over tactische, veilige
posities. Er zijn honden voorop, achterop, in het midden en soms in de kudde.
De honden zullen zich positioneren tussen de kudde en vegetatie die geschikt is
voor een hinderlaag. Met hun scherpe reukzin, gehoor en zelfs zicht, zullen ze
een potentiële dreiging in een vroeg stadium ontdekken. Alle roedelleden, op
alle posities, moeten over een hoge kwaliteit aan vaardigheden en zintuigen
beschikken. (klik op foto om te vergroten)
Carpatins zijn heel natuurlijke, taaie en harde honden, ook in de roedel.
De harde werkomgeving eist dit type karakter om succesvolle bewakers te vormen
en om serieus genomen te worden door roofdieren. Je zult zelden een hele roedel
Carpatins bij elkaar zien tijdens het grazen van de kudde. Enkele voorbeelden
van momenten waarop je het wel kunt zien zijn:
· Als ze gevoerd worden
· Als de herder ze bij
elkaar roept
· Als de schapen in kraal
bij elkaar staan en de herder is erbij (tijdens melken/scheren)
· Pups en jongere honden
zijn vaker samen te vinden
Tegenwoordig zijn veel KBH, over de hele wereld, op een andere manier aan
het werk (vaak binnen hekken) vergeleken met hun originele, traditionele manier
(vrij in natuurlijke gebieden). Dit is voor Carpatins geen enkel probleem want
ze zijn erg veelzijdig en hebben een groot aanpassingsvermogen. Onze Carpatins,
thuis, zitten ook achter hekken en dit geeft ons de mogelijkheid om ze te
observeren en hun gedrag en onderlinge interactie makkelijker te bestuderen,
vergeleken met de roedels die aan het werk zijn in de bergen.
Onze volwassen reu (Iezer) is een echte leider en erg zelfverzekerd. We
nemen hem liefst niet mee uit zijn territorium in de directe omgeving. Als we
dat doen zou zijn territorium iedere keer vergroten en zou zijn waakzaamheid
daarmee ook vergroten; hij zou sneller gaan reageren op activiteiten buiten ons
perceel. De jongere honden gaan regelmatig mee om te socialiseren. Ook de
jongvolwassen honden zijn op deze manier gesocialiseerd maar zij zijn op
hetzelfde niveau aangekomen; geen wandelingen buiten de poort in de directe
omgeving meer, omdat anders het territorium vergroot. Als je het op deze manier
doet, leren de honden het hek te respecteren en reageren ze niet overdreven op
activiteiten die verderop gebeuren, tenzij er echt een dreiging is.
Als het gaat over posities en de hiërarchie bij onze honden; Iezer is de
baas. Hij bepaalt wat er getolereerd wordt, en wat niet. Alleen tijdens de
loopsheid van een van de teven verandert dit. Pups worden niet toegelaten op de
‘frontlinie’ bij een potentiële dreiging want ze zijn te jong, hebben nog
bescherming nodig en ze moeten door krijgen dat ze niet met z’n allen op één
plek moeten samen komen. Hoe wordt ze dit geleerd? Zeer hard en overtuigend.
Iezer zal ze fysiek corrigeren als ze samen een kliek vormen op of nabij de
(zijn) front linie. Na een of twee van zulke lessen zijn de regels erg snel
heel duidelijk. Inca is in Iezers ogen
een gelijke; ze is net zo oud en heeft nog meer ervaring dan haar broer. Zij
staat aan zijn zij op de front linie. Suna en Ephor mogen steeds vaker dingen
zelf afhandelen, dingen waarvan Iezer meent dat ze niet te dreigend zijn en die
zij kunnen afhandelen, maar zij staan
nog onder strenge controle. Zeker Ephor, want hij is een jongvolwassen reu die
af en toe probeert te testen hoe ver hij kan gaan in zijn positie. BB is de
jongste van het stel, staat altijd achteraan bij een activiteit en wordt nog
niet serieus genomen. Al deze details in de roedel worden door de honden zelf
geregeld. Het is erg belangrijk dat wij
begrijpen en herkennen wie welke rol vervult en waarom. De verkeerde benadering
of tussenkomst van ons, kan problemen veroorzaken. Net als andere
gebeurtenissen. Iezer zorgde zeer snel voor een stabiele situatie en die
behoudt hij, maar kortgeleden moest hij alles overnieuw doen. Een recent
verhaal (inmiddels zo’n 2 jaar geleden, nog in Hongarije) over ons persoonlijke
leven dat laat zien hoe bepaalde dingen de dagelijkse routine kunnen
beïnvloeden.
Een tijdje geleden namen we Iezer mee naar de dierenarts om een klein
abces te laten verwijderen dat op zijn elleboog zat. Het was ongevaarlijk maar
oncomfortabel. We hebben er een hele tijd over getwijfeld, of we het nu wel of
niet weg moesten laten halen, omdat we een hekel hebben aan moderne medicijnen
en zeker de verdovingsmiddelen. Ik heb een hoop verdovingsdrama’s gezien in
mijn tijd als politiehondengeleider en ik wist dat het met een sterke hond als
Iezer niet makkelijk zou worden. Net als al onze honden is ook Iezer gesocialiseerd
en hij gedraagt zich netjes als hij weg is van thuis. In de
dierenartsenpraktijk wogen we hem zonder problemen, de dierenarts aaide ‘m over
z’n bol en gaf hem de verdovingsspuit. Toen het middel begon te werken, begon
ook Iezers gevecht. Uiteindelijk ging hij liggen, maar hij ging niet slapen.
Andere mensen liepen in en uit en hij werd agressief, want zijn zintuigen
schakelden langzaam uit. Hij had nog twee injecties nodig om hem uiteindelijk
onder zeil te hebben, in ieder geval genoeg verdoofd om de dierenarts niet meer
te kunnen bijten. Eenmaal op de operatietafel was hij in totaal compleet weg
voor ongeveer 2 minuten, daarna begon hij alweer pogingen te doen om te blaffen
terwijl de dierenarts hem opereerde. Hij kon niet meer dan proberen maar we
weten zeker dat hij mee kreeg wat er gebeurde. Toen de dierenarts klaar was
droegen we hem naar de auto en daar ontspande hij een beetje. Onderweg bij de
apotheek (waar we de voorgeschreven antibiotica netjes gingen ophalen)
probeerde hij alweer op te staan en niet lang daarna stond hij tijdens het
rijden op en begon weer te vechten tegen de middelen die nog flink actief waren
in zijn lijf. Op dat moment kwam er een deel van de beschrijving over de
Carpatin, van Dr. Moldoveanu in ‘Carpatii Magazine’ uit 1932, in mijn hoofd:
“Zijn ogen en gedrag, in momenten van woede, hebben iets gemeen met dat van een
wild beest.” Ik kon hem kalmeren en toen we thuis kwamen werd hij weer wat
rustiger en ging slapen in de auto. Al die tijd bleef ik bij hem. Hij sliep
ongeveer ’n uur voordat een grommende kat ‘m wakker maakte. Hij wou uit de auto
terwijl hij nog steeds duizelig was van de medicatie. Ik bleef mezelf
verwijten: “Wat heb ik m’n beste vriend toch aan gedaan”…
Onze sterke Iezer was ontdaan van al zijn zintuigen voor een tijdje en
ook al was ik degene die ‘m dit had aan gedaan, hij legde al zijn vertrouwen in
mijn handen. Na een tijdje besloot ik dat de andere Carpatins weer mochten
komen. Ze zagen meteen dat hij nog verzwakt was en deden pogingen om ‘m serieus
lastig te vallen. Hij kon het zelf regelen, maar dat wilde ik niet. Dit was
mijn verantwoordelijkheid dus ik vertelde de andere Carpatins afstand te nemen.
We namen Iezer mee naar binnen (waar hij normaal een hekel aan heeft) en daar
sliep hij voor uren en uren… Later in de avond lieten we hem nog even naar
buiten om zijn behoefte te doen. Hij volgde me als een puppy, zodat ik de
anderen op een afstand kon houden. Hij liet mij zijn dingen regelen. Die nacht
sliep hij bij ons op de slaapkamer. In de ochtend, op mijn eerste beweging,
vloog hij op en hij liet me merken dat hij wel lang genoeg binnen was geweest.
Ik nam hem mee naar buiten en geen enkele hond probeerde ook maar iets te doen,
hij was weer genoeg bij de pinken om gerespecteerd te worden. Suna, aan de
ander kant, had van haar nachtje als leider genoten. Enkele dagen hierna moest
zij heropgevoed worden door Iezer. Met dit gedrag toonde Suna op een zeer jonge
leeftijd de kracht, het doorzettingsvermogen en het karakter waarover een goede
KBH moet beschikken. Met Iezer als leider is het leven voor de anderen een stuk
makkelijker, hij doet al het ‘zware werk’. Maar met of zonder hem, of iedere
andere hond, gaat het leven door. Geen tijd voor een time-out. Het werk gaat
verder.
Suna |
Een goede roedel bestaat uit sterke, intelligente en geavanceerde
individuen die ieder voor hun eigen hachje kunnen zorgen. Alle leden hebben hun
eigen taken, positie en vaardigheden. Als een individu afwezig is, zal en moet
de rest meer doen. Een combinatie hiervan, samengevoegd in een roedel, noemen
we de efficiëntie van honden (KBH) (Canine Efficiency) en het is beschikbaar
voor degenen die het nodig hebben.
Een vitale functie voor goede KBH is de connectie met hun originele
omgeving. De omgeving waar ze zijn gevormd en geëvolueerd voor eeuwen en eeuwen,
om te worden wat ze nu zijn. De laatste tijd zijn er steeds vaker mensen die me
vragen of er Carpatin-fokkers zijn buiten Roemenië, dichterbij hun woonplaats,
voor hun gemak. Ik zeg ze altijd dat de beste Carpatins van Roemenië zijn,
zeker de Carpatins die geboren worden, opgroeien en werken in de natuurlijke
omgeving, waar ze vanaf het allereerste moment ingeprent worden met de
aanwezigheid van roofdieren en altijd in gezelschap zijn van volwassen, ervaren
mentors die helpen om hun vaardigheden te ontwikkelen. Alle honden waar wij mee
werken, en ook onze honden thuis, zijn in Roemenië, in roofdiergebied geboren.